Vanaf zijn eerste dagen als zelfstandige keramist heeft Pieter Groeneveldt zich gericht op de seriematige productie van siervol aardewerk. De term 'Vroeg Serie werk' verwijst naar de seriematige productie uit de periode 1925 - 1941. In 1925 opende Groeneveldt zijn eerste atelier in Wassenaar, dat hij in 1927 naar Voorschoten verplaatste; in 1941 bouwde hij in Voorschoten het nog steeds bestaande fabrieksgebouw en begon ook een nieuwe fase in zijn keramiekproductie.
Het Vroege Seriewerk is geenszins een homogene groep: binnen de projectgroep kunnen we inmiddels een aantal belangrijke chronologische en stilistische onderverdelingen aanbrengen. Wel zijn er algemene kenmerken die het seriewerk uit deze hele periode karakteriseren: het gebruik van fijne, witbakkende klei, strakke, vaak geometrische vormen, en een voorkeur voor monochrome glazuren. Deze kenmerken gaan echter lang niet altijd op: veel Vroeg Seriewerk is juist uitgevoerd met prachtige, expressieve stroomglazuren.
Het Vroege Seriewerk goed te herkennen aan het 'rechte' stempel, doorgaans in combinatie met het stempel HOLLAND. Meestal staan ook typenummers in de bodem gestempeld. In principe verwijzen typenummers naar een vaste, steeds dezelfde vorm, maar er is veel variatie binnen types en ook lijken typenummers niet geheel consequent te zijn toegepast. Toegevoegde letters A, B, C, D verwijzen naar oplopende omvang (en prijs).
Groeneveldt richtte zich met zijn Vroeg Seriewerk op een publiek met een uitgesproken interesse voor moderne toegepaste kunst en vormgeving. Zijn werk uit deze jaren komt goed tot recht in de interieurs van de Haagse School, zoals bijvoorbeeld ontworpen door de kunstenaar Hendrik Wouda die ook het interieur van Groeneveldt's bloemenwinkel Sheherezade had ontworpen.
Groeneveldt in actie: interieur door H. Wouda, 1925 (tentoonstelling Bond voor Kunst in Industrie)